Overslaan en naar de inhoud gaan
roef
Lucas Knol in de houten roef van de Pelikaan. “Als ik met een vrijgezellengroepje vaar, mogen ze zoveel tanken als ze willen”. Foto Heere Heeresma jr.
Tjalkjacht comfortabel charterschip voor twaalf passagiers

‘Ik kan met elke groep omgaan’

Lucas Knol was jarenlang schipper op het tjalkjacht Pelikaan. Nu is hij daarop terug als eigenaar.

Op het eerste gezicht lijkt de een-masttjalk Pelikaan een plezierjacht, maar het is wel degelijk een charterschip - zij het voor slechts twaalf passagiers. De Pelikaan heet dan ook een tjalkjacht te zijn.

HEERE HEERESMA JR.

De indruk van een jacht wordt vooral gewekt door de fraaie houten achterroef. Op bijna alle zeilende charterschepen is die roef van staal en fungeert als onderkomen voor de schipper. Op de Pelikaan is het de gemeenschappelijke ruimte voor de passagiers. Ook daarin verschilt de Pelikaan van andere charterschepen, waar de gemeenschappelijke ruimte meestal in het ruim ligt.

Sinds 3 januari is de Pelikaan eigendom van Lucas Knol (1983), waarop hij vaart met maat Maike Schlechtriem (1982). Lucas begon in 2001 als maat in de chartervaart op de tweemasttjalk Hannes, die tegenwoordig als pannenkoekenboot in Antwerpen ligt. Hij werkte toen bij de aan het water gelegen brandstoffenhandel Bruinekool in Weesp.

“Er kwamen weleens charterschippers uit Muiden om gasflessen en olie te halen. Ik raakte aan de praat met die mensen en vroeg of ze geen personeel nodig hadden op het water. Ik had het wel gezien op dat pompstation. Toen werd ik ’s avonds gebeld door de schipper van de Hannes”.

Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, vertelt Lucas dat hij toen als 18-jarige op een Aloa Primvent-zeilboot van zes meter woonde. Een zeilboot zonder motor. Daarmee zeilde hij die avond van Volendam naar Muiden, waar de Hannes lag. Hij arriveerde om 1.00 uur ’s nachts en voerde tot 4.00 uur een sollicitatiegesprek met de schipper. Een betere binnenkomer als maat kon hij niet hebben en werd dus aangenomen.

Twee maanden in het eerste seizoen stapte hij echter weer van boord. “Het was een schreeuwschipper; alles was de schuld van de maat. Ik had daar geen zin meer in. Tussen twee tochten ben ik er met mijn spullen afgestapt en weggevaren”. Lucas ging een paar weken maten op de dagtochtenklipper Sanne Sofia. Daarna kwam de een-masttjalk Selene, waarop hij vier jaar zou blijven tot het een dagtochtenschip werd. “Ik vind dagtochten niks”. In totaal zou hij op ‘bijna vijftig’ schepen maten.

Pieperrace

In 2009 lag Lucas in Enkhuizen met zijn zeilbootje, waarmee hij net uit Engeland was teruggekeerd. Hij vertelt het alweer alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Had hij deze keer wel een motor? “Een Yamaha-eitje. Het was de eerste keer dat ik naar Lowestoft voer. Er was weinig wind, dus ik deed mijn motortje aan. Maar die schroef kwam steeds boven water uit, zó irritant! Daar werd ik helemaal gek van, dus ik heb hem losgeschroefd en overboord geflikkerd. En toen had ik weer rust. Sindsdien heb ik dat bootje bijna alleen maar zonder motor gevaren, zoveel meer rust in mijn leven”.

Hoelang deed hij over de reis naar Lowestoft? “Tachtig uur heen, twintig terug”. En hoe vaak is hij naar Engeland gevaren? Lucas haalt zijn schouders op. “Weet ik niet, heel vaak”. Heeft hij zeepapieren? “Toch niet nodig op zo’n klein rotbootje? Ik had een sextantje en een boek van Henk Bezemer, altijd goed. Ik had een hand-GPS, maar was de batterijen vergeten”.

In Enkhuizen raakte Lucas in gesprek met Remy de Boer, de toenmalige eigenaar van de Pelikaan. Na een seizoen maten moest Lucas van de eigenaar zijn schipperspapieren halen. Lucas haalde bij Edumar zijn Groot Vaarbewijs en was tot en met 2014 schipper op de Pelikaan. “Een heel fijn zeilschip”, noemt hij het. “In 2013 mocht ik voor de eerste keer van de eigenaar een wedstrijd varen en werd meteen eerste. Dat was de Pieperrace”.

Biertap

De volgende vier jaar voer Lucas op andere schepen, nadat hij met de eigenaar woorden had gekregen. “Hij vond mijn vriendin te jong. Ik dacht: ik ga weg en kom nooit meer terug. Gasten hebben geklaagd dat ik weg was. In de drie jaar dat ik er niet op zat, heb ik het schip heel hard achteruit zien gaan. Dat deed best wel pijn. Toen heb ik de stap genomen. Ik dacht: nou ga ik het doen, ik ga het schip overnemen. Begin vorig jaar ben ik weer aan boord gekomen. De eigenaar wilde me graag weer in dienst hebben, maar ik zei: ik kom alleen maar in dienst, als ik het schip over kan nemen. De bank was snel akkoord, een deel is privé en een deel bij de oude eigenaar. Zo heb ik het kunnen financieren”.

De Pelikaan (20,50 x 5,05 x 1,10 meter, 270 vierkante meter zeiloppervlak, 114 pk merk Deutz) werd in opdracht van de weduwe J. Nieboer te Nijkerk in 1904 bij De Boer te Lemmer gebouwd als de Anna Cornelia. Het schip werd in de jaren ’70 voor de chartervaart opgebouwd. “In 1996, geloof ik, is het schip afgeborreld in de haven van Enkhuizen. Dat is in de winter gebeurd, er was iets doorgerot. Toen heeft iemand uit Gaasmeer het schip gered en weer opgebouwd”.

Omdat de Pelikaan maximaal twaalf passagiers heeft, kan zij varen op een Certificaat van Onderzoek voor pleziervaartuigen. “Een CvO voor binnenschip is niet te doen op dit schip - veel te kostbaar”.  Vanwege het kleine aantal passagiers zit de Pelikaan in het wat hogere segment. “Het is wat duurder dan gemiddeld. Het is een comfortabel schip. Een van de eerste dingen die ik gedaan heb toen ik het schip kocht, is een biertap installeren. De mensen mogen zelf tappen. Als ik met een vrijgezellengroepje vaar, mogen ze zoveel tanken als ze willen. Ik kan met elke groep omgaan. Als ik met kleine kinderen vaar, weet ik waar alle speeltuinen te vinden zijn”.

Moet je naast het zeilen iets extra’s aanbieden? Lucas: “Welnee, daar komt toch niemand op af. Wees jezelf, dan geef je die gasten al dat beetje extra”.

www.tjalkjachtpelikaan.com

 

leaderboard