Overslaan en naar de inhoud gaan
COLUMN

Recht in Zicht: Niet repareren, maar total loss

Schipper Kees Langstraat en zijn vrouw Marie hebben hun hele leven gevaren. Het laatste schip de ‘Maria-feline’ is hun pensioenvoorziening. Het schip is onlangs opnieuw gekeurd en de motor pas gereviseerd. Kortom: het schip kan nog jaren mee.

Dan slaat op een druilerige dinsdagmorgen het noodlot toe. In de bocht van het kanaal wordt het schip geraakt door een duwstel dat niet op tijd uit kan wijken. Een van de bakken raakt de ‘Maria-feline’ aan bakboordzijde en scheurt de huid open. Daarna gaat het ontzettend snel. Terwijl Langstraat roept dat zijn vrouw snel boven moet komen, komt ze - door de klap gealarmeerd - al aangerend. Gelukkig weten ze, met hulp van het duwstelpersoneel, op tijd van boord te komen. Het lukt alleen niet papegaai Lodewijk, al 40 jaar hun vaste vriend, mee te nemen. Binnen enkele minuten zinkt het schip en er steekt nog slechts een klein stukje stuurhut boven water uit.

Na de eerste crisisopvang door de politie, Steunpunt Binnenvaart, mensen van de kerk, familie en vrienden zitten Langstraat en zijn vrouw aan tafel met hun verzekeraar. Ze willen het schip liefst laten lichten en laten repareren. Maar kán dat wel?

De ‘Maria-feline’ had een verzekerde waarde van 450.000 euro. Met 1200 ton is het schip de laatste jaren interessant voor starters. De marktwaarde van het schip lag, mede gelet op de onlangs gedane aanpassingen en de gestegen vraag, op het moment van het ongeval dan ook rond de 500.000 euro. Door de aanvaring en het zinken is echter veel schade ontstaan. Het casco heeft ernstige schade, de motoren zijn waarschijnlijk onherstelbaar beschadigd, alle apparatuur en aansluitingen zullen vervangen moeten worden, de roef en voorwoning zien er vreselijk uit, met de berging zijn de luiken beschadigd en de inboedel moet als verloren worden beschouwd. Treurnis alom!


De expert die de schade heeft opneemt, schat de reparatiekosten op zeker 400.000 euro. In de polis van Langstraat staat, dat wanneer de reparatiekosten meer dan 75 procent van de verzekerde waarde bedragen, het schip economisch total loss wordt beschouwd. In dat geval krijgt de schipper de verzekerde waarde uitgekeerd, minus de restwaarde van het schip. 75 procent van de verzekerde waarde is in dit geval 337.500 euro. De herstelkosten zullen volgens de expert en een aantal offertes van werven zeker 400.000 euro bedragen. Daarmee is het schip dus total loss. 


Ondanks herhaalde verzoeken van Langstraat het schip toch te repareren, zit dat er voor de ‘Maria-feline’ niet meer in. Voor de verzekeraar is dat zoals dat heet ‘goed geld naar kwaad geld brengen’. Het scheepje is zoveel herstelkosten eenvoudigweg niet meer waard.


Nu er niet gerepareerd mag worden, belt Langstraat een paar slopers om te vragen wat de schrootwaarde is. Het hoogste bod is 30.000 euro.  Daarnaast krijgen Langstraat en zijn vrouw  420.000 euro van de verzekering. Dus de verzekerde waarde min de restwaarde. 

Er zijn overigens ook verzekeraars die andere percentages hanteren. Soms met dekking van de reparatiekosten tot maximaal de verzekerde som. 


Kees en Marie Langstraat hadden zich het einde van hun schippersloopbaan heel anders voorgesteld. Maar gelukkig hebben ze elkaar nog en dat is toch het allerbelangrijkste.

 

Ynke Ooijkaas is advocaat bij Boonk Van Leeuwen Advocaten te Rotterdam en gespecialiseerd in vervoers-, binnenvaart- en handelsrecht. Ze geeft juridische ondersteuning aan diverse binnenvaartorganisaties alsook aan de zogenaamde ‘bruine vloot’.

leaderboard