Video: ‘Daar moeten ze iets aan doen! (22) Willekeur met overliggeld’

Martin Sijbrands, schipper van de 65-meter Yvon, stelt een zaak aan de kaak die gevoelig ligt in de binnenvaart: de willekeurige toepassing van de wetten met betrekking tot de laad- en lostijden en het overliggeld. Mag je spreken van een willekeur? “Ja, dat is het altijd al een beetje geweest”, zegt Sijbrands, die een voorbeeld geeft. “Wat de Nederlandse wet voorschrijft, is 30 uur laadtijd. En wat gebeurt er? Er zijn bevrachtingskantoren – ik ken er een in Rotterdam – die geven 48 uur laadtijd. Dat kan natuurlijk niet, dat is een eigen verzinsel”. Dit betekent namelijk dat een schipper 18 uur langer moet wachten voordat zijn overliggeld ingaat. Maar het kan nog gekker.

De Nederlandse en Belgische wetten voor de laad- en lostijden worden door elkaar heen toegepast. Sijbrands geeft het voorbeeld van lossen in België onder de Nederlandse wet. “Dat is vrij onderhandelbaar”. Begrijpelijk, want de nieuwe Belgische wet kent een laad- en lostijd van 24 uur en het overliggeld is meer dan een euro per ton. “Dat vinden de heren wat veel. Dus wat wordt er nu gehanteerd? Die 24 uur wordt vaak 48 uur en van het liggeld wordt de helft uitgekeerd. Ik heb het nog maar een keer voor mekaar gekregen dat ik de nieuwe Belgische wet kreeg”. Komt dat omdat de schippers daar toch iets te makkelijk mee akkoord gaan? “Ik denk het wel, ja”.