Veerdiensten van veel groter belang dan 'alleen maar' hun economische waarde
De directe betekenis van de honderden veerdiensten in Nederland bedraagt weliswaar 99,1 miljoen euro, terwijl hun totale economische en maatschappelijke effect wordt becijferd op maar liefst een half miljard.
Dat blijkt uit het begin deze maand gepresenteerde rapport over de 313 veren, die tezamen jaarlijks ruim 54 miljoen personen overzetten. Hiermee worden bijna 500 miljoen omrij-kilometers bespaard. De veerdiensten vormen hiermee belangrijke schakels in het secundaire wegennet en binnen de toeristisch-recreatieve infrastructuur.
De zogenoemde utilitaire veren, recreatieve pontjes en de zoute veren zorgen samen voor heel wat werkgelegenheid. Dat betreft duizend betaalde banen en 842 functies voor vrijwilligers. Het maatschappelijk belang van de utilitaire veren bedraagt 427,7 miljoen euro. Dat van de recreatieve veren 45,1 miljoen euro. Het totale economisch en maatschappelijk belang van alle veerdiensten komt daarmee uit op maar liefst 571,9 miljoen euro.
Opdrachtgevers
Het onderzoek naar het belang van de veerdiensten in ons land is uitgevoerd in opdracht van het Landelijk Veren Platform (LVP) en de Vereniging van Eigenaren en Exploitanten van Overzetveren in Nederland (VEEON). Het onderzoek is bij het CBRB uitgevoerd door Mark Hoekstra, masterstudent van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en afgelopen 2 juni gepresenteerd bij Damen Shipyards in Gorinchem.
De voorzitters Johan Hania (LVP) en Ton Paulus (VEEON) hebben het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport overhandigd aan Bertho Eckhardt, voorzitter van Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) en een van de initiatiefnemers van de Mobiliteitsalliantie. Volgens Eckhardt kunnen de veren de maatschappij nog veel meer omrij-kilometers besparen, als de veerdiensten meer reclame voor zichzelf zouden maken.
Kleine sector
Paulus liet in zijn eerste reactie op het onderzoek weten dat hij het bijzonder vindt dat deze relatief kleine sector gezamenlijk zo’n drie keer de Nederlandse bevolking per jaar weet over te zetten. Daarnaast constateert hij dat het opmerkelijk is, dat reizigers gratis over een brug kunnen, maar dat voor een overtocht met een veerdienst, dat in feite een varende brug is, over het algemeen wél betaald moet worden.
Johan Hania is van mening dat de veerdiensten zeer geschikt zijn voor verduurzaming, gelet op hun schaalgrootte en vaste vaarpatroon. De verduurzaming bij veerdiensten zou als case study kunnen fungeren voor de rest van de binnenvaartbranche. Daarnaast is Hania erg te spreken over het ontwikkelen van een eigen vaarbewijs, zoals ook in Duitsland het geval is.
FOTO: De overhandiging van het rapport, met (vlnr:) Ton Paulus (VEEON), Bertho Eckhardt (Koninklijk Nederlands Vervoer) en Johan Hania (Landelijk Veren Platform).
Dat blijkt uit het begin deze maand gepresenteerde rapport over de 313 veren, die tezamen jaarlijks ruim 54 miljoen personen overzetten. Hiermee worden bijna 500 miljoen omrij-kilometers bespaard. De veerdiensten vormen hiermee belangrijke schakels in het secundaire wegennet en binnen de toeristisch-recreatieve infrastructuur.
De zogenoemde utilitaire veren, recreatieve pontjes en de zoute veren zorgen samen voor heel wat werkgelegenheid. Dat betreft duizend betaalde banen en 842 functies voor vrijwilligers. Het maatschappelijk belang van de utilitaire veren bedraagt 427,7 miljoen euro. Dat van de recreatieve veren 45,1 miljoen euro. Het totale economisch en maatschappelijk belang van alle veerdiensten komt daarmee uit op maar liefst 571,9 miljoen euro.
Opdrachtgevers
Het onderzoek naar het belang van de veerdiensten in ons land is uitgevoerd in opdracht van het Landelijk Veren Platform (LVP) en de Vereniging van Eigenaren en Exploitanten van Overzetveren in Nederland (VEEON). Het onderzoek is bij het CBRB uitgevoerd door Mark Hoekstra, masterstudent van de Erasmus Universiteit Rotterdam, en afgelopen 2 juni gepresenteerd bij Damen Shipyards in Gorinchem.
De voorzitters Johan Hania (LVP) en Ton Paulus (VEEON) hebben het eerste exemplaar van het onderzoeksrapport overhandigd aan Bertho Eckhardt, voorzitter van Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) en een van de initiatiefnemers van de Mobiliteitsalliantie. Volgens Eckhardt kunnen de veren de maatschappij nog veel meer omrij-kilometers besparen, als de veerdiensten meer reclame voor zichzelf zouden maken.
Kleine sector
Paulus liet in zijn eerste reactie op het onderzoek weten dat hij het bijzonder vindt dat deze relatief kleine sector gezamenlijk zo’n drie keer de Nederlandse bevolking per jaar weet over te zetten. Daarnaast constateert hij dat het opmerkelijk is, dat reizigers gratis over een brug kunnen, maar dat voor een overtocht met een veerdienst, dat in feite een varende brug is, over het algemeen wél betaald moet worden.
Johan Hania is van mening dat de veerdiensten zeer geschikt zijn voor verduurzaming, gelet op hun schaalgrootte en vaste vaarpatroon. De verduurzaming bij veerdiensten zou als case study kunnen fungeren voor de rest van de binnenvaartbranche. Daarnaast is Hania erg te spreken over het ontwikkelen van een eigen vaarbewijs, zoals ook in Duitsland het geval is.
FOTO: De overhandiging van het rapport, met (vlnr:) Ton Paulus (VEEON), Bertho Eckhardt (Koninklijk Nederlands Vervoer) en Johan Hania (Landelijk Veren Platform).
