Overslaan en naar de inhoud gaan
film
Filmen op kleine varende schepen vormt een uitdaging op zich.
Grip On Water verleent nautische assistentie aan de filmindustrie

‘Snelheid is belangrijk bij film’

AMSTERDAM - Met zijn bedrijf Grip on Water verleent Hans Broers nautische assistentie aan de filmindustrie. Maar de activiteiten beperken zich niet tot film. Zo assisteerde hij Boskalis bij het leggen van een kabel bij Guernsey.

HEERDE HEERESMA JR.

Dankzij de speelfilm Amsterdamned uit 1988 staat de hoofdstad in de internationale filmwereld bekend als een plek waar de gekste dingen kunnen op het water. Aan Amsterdamned heeft Hans Broers niet meegewerkt, maar hij plukt er met zijn in 2000 opgerichte bedrijf Grip on Water wel de vruchten van. Zoals met The Hitman’s Bodyguard, een Amerikaanse actiefilm uit 2017. “Die jongens namen Amsterdamned als voorbeeld mee, die actie en die snelheid”. Wat doet Grip on Water? “Grip is een discipline in de film. Overal waar je de camera op zet, dat verzorgt grip. De camera moet soms op een boot staan en daarom hebben we Grip on Water verzonnen. Dus als ze vanaf het water gaan filmen, dan heb ik de boten waar de camera op kan of de boten die in beeld komen”. Grip on Water heeft aan vele nationale en internationale producties meegewerkt, zoals Zwartboek, Ocean’s Twelve en Nova Zembla.

HANS
Hans Broers: “Je kunt als producent wel een man met een bootje inhuren, maar zo’n man weet meestal niets van film”. Foto Heere Heeresma jr.

 

Hoe weet de filmwereld hem te vinden? “Iedereen weet het zo’n beetje wel. Het is echt mond-tot-mond. Heel veel cameramensen willen met ons werken, omdat ze vinden dat het sneller en beter gaat. Snelheid is belangrijk bij film. Als je je dag niet haalt, kost dat heel veel geld”. Voor Grip on Water bouwde Broers filmdecors en weet daardoor hoe het op een filmset toegaat. “Je kunt als producent wel een man met een bootje huren, maar zo’n man weet meestal niets van film. Wij zien wat er nodig is en kunnen zelf oplossingen aandragen”. Grip on Water heeft een motordekschuit en een 8,50 meter lange aluminium rigid inflateble met een 315 pk Yanmar die een Hamilton-waterjet aandrijft. “Het gaat heel smooth en het is loeisterk. En je hebt aan 30 centimeter water genoeg”.

Nattevingerwerk

Hoe komt het contact met een filmproductie tot stand? “In het geval van The Hitman’s Bodyguard was er een Nederlands uitvoerend producent. Ik kreeg de aanvraag of ik vier speedboten wilde prepareren die er hetzelfde moesten uitzien en dus inwisselbaar konden zijn. Ook moest ik een waterfiets prepareren, zodat er een speedboot overheen kon varen. En er moest een motorfiets op een rondvaartboot kunnen landen. O ja, en we moesten een schans leveren voor een auto die te water ging. En verder alle drijvende dingen waar ze vanaf wilden filmen. Daar had ik twee en een halve maand voorbereidingstijd voor”. Broers werkte samen met een Engels stuntteam en een second unit filmteam uit Bulgarije. “Een second unit doet alle stunts en alle opnames zonder de echte acteurs. Er waren veertien draaidagen en er is maar twee of drie dagen met de echte acteurs gedraaid, de rest was met stuntdubbels”.

De waterfiets veroorzaakte de meeste kopzorgen. “Ik heb met het stuntteam overlegd en we hebben ervoor gekozen om er gewoon overheen te varen en de waterfiets zo te prepareren dat hij zou breken als de speedboot hem raakt. Dat is allemaal nattevingerwerk, dat kan je niet berekenen. Ik had één waterfiets, in één take moest het erop. De dag voor de opname begon het stuntteam te piepen. Ze wilden opeens een springschans voor de waterfiets hebben. De speedboot moest namelijk een meter uit het water komen. Ze begonnen alles naar mij toe te schuiven: het gaat zonder schans niet lukken, je zou toch een schans maken! Nooit over gehad. Dus dat was een beetje penibel. Vlak voor de opname kwam de Bulgaarse producent naar me toe: de boot komt toch wel uit het water? Ik werd ook een beetje zenuwachtig en zei: hij komt een méter uit het water. Ik begon wel met mijn billen te knijpen, maar het is gelukt. Het is een heel mooi shot geworden”.

Boskalis

Broers’ eerste grote klus was Zwartboek (2006) en dat was meteen een grote logistieke operatie. “Met drie motordekschuiten en een rubberboot moesten we elke ochtend met crew, filmapparatuur en aggregaten naar locatie varen in de Beulakerwiede en later de Biesbosch. Vrachtwagens over groot water varen met licht en catering, dat was een mooie klus”. De Storm uit 2009 beschouwt hij als zijn mooiste klus. “Dat ging over de watersnood van ’53 met een liefdesverhaal eromheen. Dat was een ontzettende uitdaging. In een potpolder langs de Schelde hadden ze decors gebouwd en daarna onder water gezet. Toen hebben wij daar van pontons een eiland van 24 bij 12 in gelegd voor licht, camera, make up et cetera. In het verhaal trok het water weg en werd het voor ons steeds moeilijker om die pontons te verplaatsen”.

Een ander filmproject waaraan Broers goede herinneringen bewaart is Atlantic (2014), waarvoor hij met zijn RIB voor de Marokkaanse kust werkte. Broers adviseert filmproducties over veilig werken op het water, maar daar wordt niet altijd naar geluisterd. “We waren voor een commercialtje op het IJsselmeer aan het filmen. De camera zat in een hele dure flight head aan een 6-meter kraan. Het was windkracht 5 en ze wilden naast een zeilboot varen en de camera bijna in de cockpit hangen. De motorboot waar die kraan op stond was nogal hoog en ontzettend aan het slingeren. Ik heb de regisseur gezegd dat we naar de luwte achter de dijk bij Lelystad moesten verhuizen, maar dat heeft hij in de wind geslagen en toen is de camera te water gegaan”.

Enige tijd geleden had Broers met zijn RIB een klus voor Boskalis bij Guernsey. Er waren vier weken uitgetrokken voor het verwijderen van ballonnen waaraan een kabel hing. Broers klaarde de klus in twee dagen: “Dat vonden de duikers wel jammer”.

leaderboard