Overslaan en naar de inhoud gaan
Jaap en Rina Sijbranda.
Jaap en Rina Sijbranda in de voordeur van de woning op de Andromeda. “Wij trokken ons er niet teveel van aan, wij deden gewoon ons werk.”. Foto Heere Heeresma jr.

Schipperspaar kijkt terug op internaat en relatievaart

Jaap Sijbranda (1954) en Rina Sijbranda-Vlieger (1960) varen sinds 2002 samen op de 67-meter Andromeda. Jaaps grootvader, Jacob Sijbranda, had de klipperaak Nova Cura, die tegenwoordig als bar-dancing in Breda ligt. In zijn schooltijd zat Jaap op kosthuis in Leeuwarden. Nadat hij zijn diploma’s op de Christelijke Technische School had gehaald, ging hij bij zijn vader, Ruurd Sijbranda, aan boord. “Ik had altijd al liefde voor dat vak. Als klein jochie zat ik al met touwtjes te spelen om het schip van mijn vader vast te zetten. Dan ben je zestien jaar en kom je bij je ouders aan boord en denk je: het leven lacht me toe”. 

HEERE HEERESMA JR.

Jaaps grootvader was begonnen met relatievaart voor de veevoerfabriek CAF in Leeuwarden en Jaap’s vader zette dit met de Nova Cura voort. “Om gewoon een beetje vastigheid te hebben, ook voor de fabriek zelf”. Jaap merkte al snel dat sommige binnenschippers op vast varende collega’s neerkeken. “Er waren bepaalde schippers die daar tegen waren. Niet iedereen was zo, maar er waren een paar die redelijk fel waren. Zeker als je erbij opzij kwam waar je moest laden. ‘O, daar heb je weer zo’n vaste schipper’, zeiden ze dan, ‘die moet zeker eerst laden’. Die uitspraken werden weleens gedaan, terwijl dat helemaal niet altijd zo gebeurde. Wij trokken ons er niet teveel van aan, wij deden gewoon ons werk”. 

Jaaps ouders gingen altijd laden in Amsterdam en Rotterdam en losten in Leeuwarden. Toen de beurs er nog was, gingen ze liever niet in de Oude Houthaven liggen. “Daar keken ze je met de nek aan”. Hoe vond hij dat als jonge jongen? “Je vindt het niet leuk om erbij te liggen als je weet dat die mensen je niet mogen. Ik wil niet iedereen over één kam scheren, er waren ook goede bij, maar wij voeren liever rechtstreeks naar de haven waar we moesten zijn”.
Merkt hij nu nog iets van die stemming van toen? “Nee, dat is allemaal verleden tijd. Die generatie vaart niet meer. En ik heb er ook wel een andere kijk op gekregen, want toen ik opgroeide had ik zoiets van: wat mijn vader doet, dat wil ik ook doen. Dat is heilig. Dat vond ik ook mooi, een vast traject. Ik zag het helemaal niet zitten, over die beurs varen. Maar uiteindelijk ben ik er wel terechtgekomen”.

Prins Hendrik Internaat

Rina’s overgrootvader, Federick Vlieger, wilde in Wemeldinge zijn zeilen strijken, maar door de vorst lukte dit niet. Hij voer een houten schip aan dat zonk en zijn schip werd aan de ketting gelegd. Na twee jaar verloor hij de rechtszaak en werd failliet verklaard. Met hulp van een vriend liet Federick in 1908 de Vertrouwen bouwen, een Fries maatkastje. Later voer zijn zoon Freek Vlieger erop en vervolgens diens zoon Piet Vlieger, Rina’s vader. Toen Piet 72 jaar was, is de Vertrouwen naar Haarlem gebracht. “Ik vond het heel zuur”, vertelt Rina. “Het is van zoveel generaties geweest, je hebt er je jeugd op liggen”. 

Ze werkte als groepsleidster op het Prins Hendrik Internaat in Vreeswijk, waar ze zelf op had gezeten. “Omdat ik het niet naar mijn zin had gehad op het internaat, wilde ik laten zien dat het anders kan”. Waarom had ze het niet naar haar zin? “Ten eerste heimwee. En ik vond het te streng, zonder reden. Bijvoorbeeld dat je na bedtijd, om een uur of zeven, niet meer naar de WC mocht. Dan wachtte je tot de zusters – zo moest je ze noemen, hoewel het protestants was – naar bed waren. Maar dan rukten ze de deur open: ‘Wat moet jij, Rina Vlieger!’, en dan kreeg ik op mijn kont. Dat vond ik onnodig streng. Ik had het idee dat ze soms sadistisch waren. Kinderen die in bed plasten met een natte broek de zalen laten rondgaan om het te laten zien. Of als je niet hard genoeg doorat, kreeg je de pap over je eten. Het zijn extreme voorbeelden, maar dat soort rare dingen heb ik onthouden. Een nichtje van mij heeft er totaal geen last van gehad. Ik was, denk ik, een beetje een gevoelig kind”. 

Rina ging op haar negentiende op het Prins Hendrik werken, nadat ze bij andere internaten als te jong was afgewezen. “Toen kwam ik te werken met sommige leidsters die ik zelf gehad had. Dat vond ik een beetje ingewikkeld, maar de echte strenge waren al weg. Ik heb er de tijd van mijn leven gehad. Ik vond het fantastisch!”

Modeltreinen

Jaap en Rina kregen een relatie in 2002 na een reünie op het Prins Hendrik Internaat, waarop Jaaps kinderen uit een eerder huwelijk hadden gezeten. Jaap was in 1980 voor zichzelf begonnen op de 600-tons Hagenaar Recte Principium. Hij ging vanuit Amsterdam en IJmuiden over de beurs varen, omdat de veevoerfabriek na de schippersacties geen vaste vaarders erbij durfde te nemen. “Qua gezelligheid een leuke tijd, maar qua verdienste niet geweldig”. In 1989 kocht Jaap de Andromeda (66,98 x 7,45 meter, 624 pk Caterpillar, 799 ton) die in 1949 bij De Groot & Van Vliet te Slikkerveer als de Valbella was gebouwd. Het was een ‘Rode Schweiz’ met een 450 pk Sulzer.

Toen in 1996 een kruklager het begaf, kwam de Cat erin. “Toen had ik een torenhoge hypotheek en over de beurs was het krap aan. Ik kreeg het aanbod zand en grind te varen voor de betoncentrale in Leeuwarden. Dat hebben we met beide handen aangegrepen en tien jaar gedaan”. Na een periode op de vrije markt met veel werk in Duitsland, varen Jaap en Rina bij de NPRC. “Er is altijd voldoende werk in onze tonnenmaat”. De Andromeda moet in 2021 gekeurd worden. Jaap en Rina willen nog zo’n vijf jaar doorvaren, terwijl ze een huis aan de wal zoeken. Daar hoopt Jaap eindelijk tijd en ruimte hebben voor zijn hobby: modeltreinen.

 

leaderboard