Invoering Vlaams inzameltarief overig scheepsbedrijfsafval van de binnenvaart
De Vlaamse Waterweg nv en Havenbedrijf Antwerpen voeren per 1 januari een afvaltarief in voor bepaalde fracties van het overig scheepsbedrijfsafval dat kan worden afgegeven. Hiermee geven de Vlaamse vaarwegbeheerders invulling aan deel C van het internationale scheepsafvalstoffenverdrag CDNI, waarvan het principe dat de vervuiler betaalt een grondbeginsel is.
De afgifte van het overig scheepsbedrijfsafval in de haven van Antwerpen en langs de Vlaamse vaarwegen was tot voor kort nog gratis en ook niet inbegrepen in de haven- of vaarrechten. Daar komt nu verandering in, door de invoering van een tarief voor een beperkt aantal vastgestelde scheepsafvalstoffen die vallen onder het CDNI. Deze worden dus niet via de CDNI-bijdrage (deel A: olie- en vethoudend scheepsafval) verrekend.
Met ingang van 1 januari dienen de binnenvaartondernemers zich bij de afvalparken in de haven van Antwerpen en langs de Vlaamse waterwegen te registreren om daar hun overig scheepsbedrijfsafval te kunnen afgeven. Voor de milieustraatjes langs Vlaamse waterwegen geldt een overgangstermijn tot eind februari 2021.
Tarieven
De afvalstoffen waarvoor betaald moet worden, zijn verf- en solventhoudend scheepsafval, grofvuil en huishoudelijk vergelijkbaar restafval. De tarieven die hiervoor zijn vastgelegd, dekken overigens enkel de kosten voor de inzameling tot en met de verwerking en zijn daardoor inkomstenneutraal. Concreet houdt dit volgende tarieven in voor 2021: verf en oplosmiddelen: 1,2 euro/kg; grofvuil: 25 euro/m³ en met huishoudelijk vergelijkbaar restafval: 2,5 euro/ 60l vuilzak.
De overige scheepsbedrijfsafvalstoffen die gesorteerd worden voor recycling, waaronder papier, karton, glas, PMD en hout, blijven gratis. Door sortering en goede scheiding van de diverse herbruikbare scheepsafvalstoffen kunnen de binnenvaartondernemers hun restfracties en bijkomende kosten beperken.
