Marot centrale schip in Binnenvaartmuseum
Na 65 jaar beroepsmatige binnenvaart over de Europese waterwegen gaat de Fransemotor Marot met pensioen. Stichting De Binnenvaart heeft dit historische schip voor de eigen collectie kunnen verwerven.
Het 73,5 meter lange schip komt vrijdag 20 juli, tussen 12.30 en 13.00 uur vanuit de Noord aan in Dordrecht, onder begeleiding van de eveneens recent verworven Veerdienst 3. De Marot wordt afgemeerd in het Wantij - langszij museumschip René Siegfried, waar zij onderdeel wordt van het Binnenvaartmuseum aan de Maasstraat.
De Marot (in 1990 omgedoopt tot 'Jan van Voorst') gaat het verhaal vertellen van de Marshallhulp en scheepswerf De Biesbosch, die daar nauw bij betrokken was. De Fransemotor is een scheepstype dat na de Tweede Wereldoorlog van grote betekenis is geweest voor de wederopbouw van West-Europa door het vervoer met nationale en internationale binnenvaart.
Het schip is inmiddels gekeurd en voldoet aan alle gestelde eisen om meteen ook een varend museumschip te worden. Op termijn zal de Marot het centrale schip worden in collectie van de zuidelijke insteekhaven, afgemeerd naast de nieuwbouwwijk Stadswerven. Die verrijst op het voormalig terrein van scheepswerf De Biesbosch en gaat Leefwerf De Biesbosch heten.
Cherbourg
Van de 21 stuks afgebouwde grote Fransemotor-schepen is de Marot een van de bouwpakketten die als onderdeel van de Marshallhulp vanuit Amerika kwam en op de marine-scheepswerf in Cherbourg werden geassembleerd. De Marot werd in 1953 als een van de laatste schepen over zee naar werf De Biesbosch in Dordrecht versleept, omdat de Rijn niet binnendoor bereikt kon worden. De Amerikaanse Enterprise-motor in de machinekamer, die nog steeds naar ieders tevredenheid op GTL-brandstof draait, heeft als bouwjaar 1947.
