Overslaan en naar de inhoud gaan
Sleepdienst Leiden gaat gebukt onder controledruk
Frank en Eva op de Elise 1. Eva: "Frank leek me wel enigszins normaal". Foto Heere Heeresma jr.
Sleepdienst Leiden ergert zich aan controledruk

‘Die fanatiekheid om boetes uit te schrijven’

Onder de naam Sleepdienst Leiden doet Frank van Kampenhout duw- en sleepwerk met zijn sleepboot Elise 1. Hij vindt dat kleine bedrijven veel zwaarder gecontroleerd worden dan de grote.

HEERE HEERESMA JR.

Zes jaar nu oefent Frank van Kampenhout (1970) het duw- en sleepbedrijf uit op zijn sleepboot Elise 1. Voordien was Frank her en der invalschipper met ervaring op kleine duwvaart en rondvaartboten. ‘Dat doe ik nog steeds als ik wat tijd heb,’ vertelt Frank, die oorspronkelijk gespecialiseerd was in klimaattechniek. Zijn Elise 1 (15,85 x 3,40 meter, 245 pk Daf) werd in 1929 als de Snip bij Seijmonsbergen te Amsterdam gebouwd voor Waterstaat & Zuiderzeewerken.

“Ik heb een site die redelijk goed te vinden is voor particulieren, Sleepdienst Leiden”, vertelt Frank. “Daardoor is het werk hoofdzakelijk woonboten geworden. Nieuwbouw van betonnen arken vormt een groot aandeel en nog een klein beetje ijzeren en stalen schepen die naar de werf moeten. Op zich leuk werk, maar het zou wat gevarieerder kunnen”.

Zit er groei in? “Volgens mij krimpt de vraag. Elke stalen boot die wordt vervangen door een betonnen geeft natuurlijk minder werk”. Frank doet ook baggerprojecten, dijkverhogingen en losse sleepklussen, maar dat werk komt meestal via-via tot stand. Tijdens het interview ligt hij in de Oude Houthaven te Amsterdam, om als schipper op een van de boten van de Gay Pride te varen.

Dan stapt matroos Eva Camfferman (1996) aan boord. Ze heeft scheepsbouw aan het Hout- en Meubileringscollege gedaan en kleine zeilvaart aan de Enkhuizer Zeevaartschool. Ze wil graag om de wereld zeilen met haar eigen schip en een hoop vrienden, maar eerst wil ze vaaruren maken en dat doet ze onder andere op de Elise 1.

Ze had een bericht geplaatst op de Facebook-chartervaartgroep en kreeg een reactie van Frank, die werk had voor een matroos en nog wat timmerwerk. “Frank leek me wel enigszins normaal. Je hebt heel veel van die testosteronbommen en apenrotsmannen. Dat is soms een beetje vermoeiend”. Hoe bevalt het duw- en sleepwerk? “Het is leuk. Je vaart ergens heen, je koppelt de boot en dan kun je heel veel koffie drinken. Het is leerzaam voor mij en ik kan me goed optrekken aan iemand als Frank, met zoveel ervaring in scheepsbouwtechniek en varen”.

Controles

Frank ergert zich aan het grote aantal controles en het gebrek aan kennis van de regels en uitzonderingen bij de ambtenaren. “En het blijven zoeken tot ze wat gevonden hebben”. Frank geeft een voorbeeld van een recente controle. Hij wilde met een woonark door de Oranjesluizen het IJsselmeer op gaan, toen hij de Havendienst Amsterdam voor controle aan boord kreeg. Die constateerde dat hij de deur van de woonark niet naar behoren had afgetimmerd.

“Maar vervolgens kwamen ze met het verhaal dat ik niet mocht duwen op het IJsselmeer. Ik wist zeker dat ik dat wel mocht, maar niet precies hoe het zat - dus heb ik degene die bij mij de keuring heeft gedaan gebeld en die heeft het mij helemaal uitgelegd. Toen ben ik naar die ambtenaren toegegaan en heb het hun uitgelegd. En ik wist al dat ik dat voorzichtig moet doen, want anders kom je in een soort ego-dingetje. Dus dat heb ik naar mijn mening netjes gedaan, maar ik merk dan toch een soort fanatiekheid daarna om boetes uit te gaan schrijven. Alles werd gecontroleerd, van a tot z. En dat vind ik raar. Ik moet me verdedigen tegen iemand die het niet weet, maar als ik ook maar iets fout doe, word ik daarop gepakt. Volgens mij moet een ambtenaar kijken of ik iets doe wat gevaarlijk is of niet. Naar mijn mening is regelgeving daarvoor bedoeld. En oké, de keuring van mijn brandblussers was een paar maanden verlopen”.

“Daar heb ik een bekeuring voor gehad, maar daar zit een gedachtegang achter. Ik weet dat ze blijven zoeken tot ze iets gevonden hebben en dan kunnen het maar beter je brandblussers zijn, want dan kan je snel weer door. Kijk, ik had ze gewoon moeten laten keuren, maar de wil om alles geregeld te hebben is er ook niet zo, want ze vinden tóch wel wat. Het is niet bij te houden. De regelgeving is voor een groot schip bedoeld, dus je zit met zo’n klein bootje altijd in allerlei uitzonderingsgevallen. Ik heb een keertje een discussie gehad over een meetbrief die niet geldig was. Dat hoeft helemaal niet onder de 10 ton laadvermogen”.

Klassenjustitie

‘Wat ik voel, is dat de achterliggende gedachte is: klein bedrijfje, dus het zal wel niet kloppen”, zegt Frank. “Volgens de statistieken is dat natuurlijk ook zo, want als je altijd gaat lopen zoeken bij kleine bedrijfjes, dan komen die er veel slechter uit dan grote bedrijven. Ik heb vroeger veel voor wat grotere bedrijven gewerkt en die kregen nooit controles. En als ze al controles hebben, weten ze het van tevoren. Voor mij voelt dat als klassenjustitie”.

“Ik ben door een bedrijf eens voor twee dagen ingehuurd, omdat hun schipper niet de goede papieren had. Ze waren gewoon getipt! Ik vaar voor rondvaartrederijen in Amsterdam en die krijgen controles gewoon aangemeld. Dan werd ik wat vroeger ingeroosterd om bij die controles de juiste papieren te laten zien. En als er dan wat is, dan krijgen ze een waarschuwing om het een en ander in orde te maken”. Volgens Van Kampenhout hebben zijn collega’s dezelfde ervaringen. ‘De truc om brandblussers te laten verlopen, zodat ze in ieder geval iets gevonden hebben, die heb ik niet zelf verzonnen. Dat komt van een collega”.

“Je moet niet alle trucjes gaan vertellen”, corrigeert Eva. Frank: “Nou ja, op zich is het niet verkeerd om een klein beetje bekend te maken hoe het werkt. Ik krijg er een vervelend gevoel van. Voor mij is het eigenlijk een reden om te zeggen: ik ga wel wat anders doen”. Denkt hij serieus over ophouden? “De kans is wel aanwezig. Ik wissel sowieso wel, ik doe wat ik leuk vind”.

www.sleepdienstleiden.nl

leaderboard